Het Limburgse land
en het Limburgse dialect
Een van de grappige aspecten die Tante Sjaan deelt op haar blog, is haar gebruik van het Limburgs dialect. Met haar levendige schrijfstijl brengt ze de verhalen over dat Limburgse land tot leven.
Limburgs volkslied
Waar in ’t bronsgroen eikenhout, ’t nachtegaaltje zingt.
Over ’t malse korenveld, ’t lied des leeuweriks klinkt.
Waar de hoorn des herders schalt, langs der beekjes boord.
Daar is mijn vaderland, Limburgs dierbaar oord!
Ik woon nu alweer dik 50 jaar in Limburg en ken het dialect door en door. Ik kan beter "Neijwieerts" lezen dan menig Nederweertenaar.
Ze maken mij wat dat betreft niets meer wijs. Dat was natuurlijk wel even anders toen ik hier net kwam wonen. Wat ben ik vaak voor de gek gehouden.
Mijn schoonouders spraken niet eens Nederlands. Het voordeel was, dat je het zo wel snel leerde.
Mijn schoonmoeder vroeg eens: " Geaf mich de wasslet eens". En ik snapte er geen snars van. Het bleek gewoon de vaatdoek te zijn.
Ook wel schôttelslet genoemd.
Mijn man sprak in het begin Hollands, maar nu gelukkig al lang niet meer. Ik vind het Limburgs echt wel een mooie taal. En mijn kinderen spreken het gelukkig ook. Ondanks hun "Hollandse" moeder.
Ik vond het mooi dat één van mijn kinderen op school een buut deed. Een buuttereedner' speelt een bepaald typetje en maakt daarbij grappen en woordspelingen in het Limburgs: Dat heet de "buut" Meestal staan ze dan in een ton. Dus sommige zeggen ook wel "Tonprater".
Zo las ik laatst onderstaande discussie. Helaas voor alle "Hollanders" 😉 is het wel in het Limburgs dialect. Maar probeer het maar eens te ontcijferen. Als het je lukt denk ik dat je net als ik keihard moet lachen. En als het je niet lukt, stuur dan een reactie via "Contact"en ik stuur je de vertaling.
Mooder waas druk doondje in de keuke toen ze inins kèihel reep:
"Vader, gank ’s boete no ’t huuske en maak die zitplank ins."
Vader ruuptj truuk: "Doa is toch gaar niks mis met det sjiet-huuske."
Den schriewt mooder weer: "'t Is waal waor jong, maak het noe mer in orde."
Dus vader weer no boete no 't huuske, bekiektj ut ens en ruuptj weer truuk:
"Mins, doa is met det dink echt hielemaol niks mis."
Mooder ruuptj weer truuk:
"Nou, den staek diene oaje kop mer ‘s door det sjiet-gaat."
Vader kiektj get rondj in det schietgat en reuptj:
"Mins, sjei toch oet, in det gaat is aug niks mis."
Mooder reuptj weer:
"Nou, den kom d'r mer weer oet met diene aoje kop."
Vader wiltj ziene kop oet det gaat omhoag trekke en reuptj den beangstigd
"Mooder, help mich ins, want de hôar van miene baard zitte vast in ein spleet van de plank!|
Waorop mooder den ruuptj:
"Duit flink pien, he!"
Nog wat leuke Limburgse woorden:
erbere - ummer - krapuul - Karresél - noabers
aardbei - altijd -asociaal - Draaimolen - buren